Het was een koude avond in het Knoevelbos. De grond was bedekt met een laagje sneeuw, net zoals de bladeren en takken van de bomen. Het was zó koud dat zelfs het riviertje dat door het bos sijpelde was bedekt met een laagje ijs. Alle Knoevels zaten lekker binnen, in hun knusse huisjes. Net zoals Fientje en Huppert. Ze hadden hun winkel gesloten en waren ook naar hun huisje gegaan om zich op te warmen met een heerlijke kop kastanje soep als avondeten. Na het eten ging Fientje zoals gewoonlijk de afwas doen terwijl Huppert in zijn stoel naast de openhaard ging zitten met zijn schrijfblok en pen. Hij beet op zijn pen en kreeg plotseling een idee.
Het was een winterdag vlak voor de kerst. Het was heel koud dus alle Knoevels zaten lekker binnen. Ook Hazelientje en Hazeventje zaten lekker binnen. Ze zaten samen op de bank te genieten van een kop warme chocolademelk tot zij in eens een harde knal hoorden. Hazelientje schrok en keek Hazeventje bang aan. ‘’Ojee wat was dat?!’’ Vroeg ze angstig. Hazeventje stelde Hazelientje gerust. ‘’Ik ga wel even kijken’’ Zei hij. Hij stond op, pakte zijn lantaarn en stak het kaarsje aan. Toen hij buiten was zag hij Huppert al op hem aflopen. ‘’Heey Hazeventje, weet jij wat dat was?’’ Vroeg hij nieuwsgierig. ‘’Ik heb geen idee, zullen we eens gaan kijken?’’ Zei Hazeventje. Huppert keek hem aarzelend aan maar knikte toch. Samen liepen ze het donkere bos in. De sneeuw knapperde onder hun voeten. Ze liepen langzaam verder maar stopte toen ze zacht gekreun en gejammer hoorde. Ze keken om zich heen. ‘’Daar!’’ Riep Huppert terwijl hij voor zich uit wees. Hazeventje keek naar waar Huppert wees. Nu zag hij het ook. Ze zagen twee rendieren staan. Achter hen lag een omgevallen arrenslee. Naast de arrenslee lag een muis. Naast hem lag een rode muts met aan het einde een grote witte pluizige bol. Het was de kerstmuis! Hazeventje en Huppert snelde op hem af en hielpen hem overeind. ‘’Wat is er gebeurd?’’ Vroeg Huppert verontwaardigd. ‘’Mijn slee is neergestort’’ jammerde de kerstmuis. ‘’Wij helpen u wel’’ Zei Hazeventje. De twee Knoevels grepen elk een arm van de kerstmuis beet en hielpen hem lopen naar de grote eik, waar Hazeventje en Hazelientje wonen. Toen ze binnen kwamen zagen ze Hazelientje en Fientje op de bank zitten. Toen de twee Huppert en Hazeventje zagen schoten ze overeind. ‘’Oh!’’ Riep Hazelientje verontwaardigd, ‘’De kerstmuis!’’ Beide Knoevels liepen naar de kerstmuis toe en hielpen hem naar de bank. ‘’Gaat u maar lekker liggen’’ Zei Fientje terwijl ze een dekentje over hem heen legde. Hazelientje had ondertussen al een kop warme chocolademelk gepakt voor de kerstmuis. ‘’Mijn slee is stuk’’ Zei de kerstmuis. ‘’En mijn rug doet pijn’’. ‘’Maakt u zich geen zorgen, wij maken uw slee wel’’ Zei Hazeventje terwijl hij Huppert aan keek. Die knikte bevestigend. ‘’Wij zorgen wel voor de kerst muis’’ zei Fientje. Zo gezegd, zo gedaan. De mannetjes werkte de hele nacht door in de werkplaats van Hazeventje om de slee van de kerstmuis te repareren terwijl de kerstman sliep. Hazelientje had de rendieren een lekkere wortel gegeven en een bak met water. Het was gelukt, op de ochtend voor kerstavond was de arrenslee weer zo goed als nieuw. Maar de kerstmuis had wel nog heel veel pijn aan zijn rug. ‘’Hoe kan ik nu al die cadeautjes bezorgen?!’’ Jammerde hij. Hazelientje troostte ze kerstmuis. ‘’Maakt u geen zorgen, ik heb een idee.’’ Zei ze. ‘’Blijft u maar lekker liggen. Ze liep naar Fientje toe die de rendieren aan het aaien was. ‘’Heb jij toevallig heel erg veel chocolademelk in jou winkeltje?’’ Vroeg Hazelientje aan Fientje. Fientje keek haar vragend aan. ‘’Ja, ik heb een hele voorraad.’’ Antwoordde ze. ‘’Waarom vraag je dat?’’ Vroeg Fientje. ‘’Nou de kerstman heeft nog steeds heel veel rugpijn en kan dus geen cadeautjes rondbrengen.’’ Fientjes ogen werden groot. ‘’Onee!’’ Riep ze. ‘’Maar geen paniek’’ Zei Hazelientje. ‘’Ik heb een idee’’. ‘’Wat dan?’’ Vroeg Fientje nieuwsgierig. ‘’Dat is nog een verassing.’’ Zei Hazelientje ‘’Laten we vragen of Mies muis ook wilt meehelpen’’. En natuurlijk wilde Mies dat. De drie vrouwtjes zorgen voor de versiering en het eten. Huppert zette alle cadeautje klaar en Hazeventje bracht alle andere Knoevels op de hoogte van het kerstfeest. Na een Middag hard werken stond alles klaar. Op het open veldje stond een prachtig versierde kerstboom. Overal in de bomen hingen lichtjes. Huppert en Hazeventje hadden de arrenslee met rendieren naast de grote kerstboom gezet. Hier stond ook een mooie stoel voor de kerstmuis klaar. Toen het donker werd riepen ze alle dieren uit het Knoevelbos bij elkaar. Mies en Fientje deelde chocolademelk en kerstbrood uit aan alle dieren. Huppert en Hazeventje liepen op Hazelientje af die bij de kersmuis stond. Ze zagen hoe ze boven op de arrenslee klauterde en begon te zwaaien met haar armen. ‘’Aandacht! Aandacht!’’ Riep ze luid. Alle dieren keken naar haar. Ze glimlachte. ‘’Lieve dieren, de kerstmuis heeft een ongeluk gehad met zijn arrenslee en kan helaas geen cadeautjes rondbrengen. Daarom heb ik jullie hierheen laten komen. Want als de kerstmuis niet naar de dieren kan komen, moeten de dieren maar naar de kerstmuis komen! Alle dieren begonnen te juichen. Iedereen was blij. De dieren mochten een voor een naar de kerstmuis komen om hun cadeautje te komen halen. Het was een heel gezellig avond. Er werd de hele nacht uit volle borst kerstliedjes gezongen. En als je goed luistert, kan je de dieren nog steeds horen zingen.
Fijne feestdagen allemaal.